Posts

Sceptisch

  Gaan we nu weer even terug naar de tijd waarin het allemaal begon. De tijd dat ik nog min of meer een onbeschreven mooie blanco bladzijde was. De tijd dat ik nog een prachtig mooi slank lijf had, weelderig mooie dikke blonde haren en de liefste glimlach die je je maar kunt bedenken. Ogenschijnlijk kwetsbaar ja, dat ook. Maar juist vanwege mijn openhartigheid was ik ook helemaal niet kwetsbaar. Misschien was het zelfs wel zo dat ik in de tijd veel meer durfde te zeggen dan later in mijn leven. Wie zal het zeggen. De onbevangenheid van de jeugd...zoiets?  Je wist het allemaal nog niet. Je was compleet nieuw in de grote gekkenhuis dat gezondheidszorg heet. In die tijd stonden de mensen nog per rolstoel in de rij voor het toilet, omdat de incontinentiematerialen nog lang niet zo goed waren als ze tegenwoordig zijn.  Een onbeschreven blad was ik, ja. En toch had ik anderzijds al echt een goede basis meegekregen van die twee jaren theorie aan de hbo-verpleegkunde. Het was af en toe best ee

Applaus

  In de tijd dat er een applaus was voor de zorgmedewerkers, die zich een slag in de rondte werkten in Corona-tijd, met gevaar voor eigen leven, zat ik op de bank uit te rusten van het veel te hard werken als wijkverpleegkundige bij Buurtzorg. Er was geen ruimte om mij schuldig te voelen dat ik niet mee werkte in de zorg, want daar was ik nu eenmaal niet fit genoeg voor: dat was wel overduidelijk.  Ik had meer dan genoeg beleefd, gegeven, ingeleverd...ik had al die jaren min of meer mezelf weggegeven aan ieder die er maar belang bij had, en ik had dat bij volle bewustzijn gedaan, omdat dit nu eenmaal in mijn aard zit.  Altijd vriendelijk, netjes, net een stapje harder doen, inlevend, luisterend waar anderen allang afgehaakt zijn...zo'n persoon was ik al die jaren. En ben ik eigenlijk nog steeds.  En toch heb ik er geen spijt van. Want als je zo bent, dan heb je zoveel blije en dankbare mensen om je heen...dat is een waar charme-offensief...en dat geeft je vleugels!  Wat hebben de z

Theorie

  Ik was 20. En wellicht helemaal nog niet toe aan die praktijk. En misschien was ik ook wel veel meer een theoreticus. Ik had twee jaar theorie op school gehad: omgangskunde, verpleegkunde, psychologie, filosofie, dramatische expressie...wat het ook was...ik vond het geweldig!  Voor mij hadden er gerust nog wel twee van die jaren mogen volgen. Nadenken over de mens, nadenken over het leven. Wat drijft ons, wat willen we, wat is de zin van het leven?  In het tweede studiejaar van de hbo-verpleegkunde gingen we naar het Museum van Oudheden in Leiden, op zoek naar het eerste mensbeeld. Wel...je kon mij niet blijer maken! Veel activiteiten in groepjes, leren van en met elkaar, mijmeren, filosoferen... Veel klasgenoten moesten daar helemaal niets van hebben. Was ik één van de weinigen of misschien wel de enige die langer bleef bij de lessen filosofie. Dat gezemel, moeten ze gedacht hebben. Waarom niet gewoon meteen aan het werk!?  Gelukkig waren er ook nog genoeg klasgenoten die het wél in

Amputatie

  Waar te beginnen, ja!? Daar had mijn werkbegeleidster Conny wel een goed plannetje voor. Ze moet gedacht hebben nou, dat varkentje gaan we eens even flink wassen.  Op een stormachtige najaarsdag in 1988 meldde ik mij keurig op tijd op de afdeling waar mijn oma een aantal jaren ervoor afscheid genomen had van het leven. Hiermee had ik het gevoel dat ik een speciale band met deze afdeling zou hebben, maar niets bleek minder waar. Want de zusters aldaar hadden helemaal geen boodschap aan het verhaal over mijn oma. Werken zal je. Als je dat kunt, tenminste.  Ja, werken kan ik als geen ander. Als tuindersdochter was ik op mijn negende jaar al begonnen met werken, in de tuin van mijn vader: chrysanten knoppen. Ik was snel en handig, had overzicht en inzicht. Mijn moeder werkte ook vaak in de tuin. Dan ging ik eerder naar huis, en ging ik nog even snel als een witte tornado door het huis. Zodat het spik en span was als ze thuis kwam uit de tuin. Dat scheelde haar weer werk, in een gezin met

Niveau

  In de jaren '80 was de hbo-verpleegkunde nog best een nieuw verschijnsel in gezondheidszorgland. Zowel door de opleiding als door het werkveld werden wij wel een beetje als 'de elite' gezien. Maar, let wel: de elite met twee linker handjes!  Ik heb nooit begrepen waarom men in de zorg steeds praat over niveau's. Het is het gesprek van de dag: welk niveau ben jij? En wat mag je dan wel/niet betreffende verpleegtechnische handelingen? Dat gekke taakgerichte denken heb ik nooit begrepen.  Ik kom regelmatig op bezoek bij mijn hoogbejaarde ouders. Mijn vader verblijft in een huisje van begeleid wonen in een zorginstelling. Kan mij het schelen wat voor niveau de zusters zijn. Het is voor mij veel belangrijker dat ze een luisterend oor hebben, en echt oog hebben voor mijn vader en voor ons.  Maar goed, ik snap het wel. Want het is heel verantwoordelijk werk. Daar weet ik alles van. En dus moet je goed weten wat je niveau is, wat je wel en niet mag doen, of je nog voldoende e

Nachtkastje

Als je in een zorginstelling gaat wonen, dan wordt de hele inboedel van je huis in een nachtkastje gepropt. Dat was één van de eerste dingen die ik leerde op de hbo-verpleegkunde: om daar eens goed bij stil te staan. Wat dat met een mens doet.  Ik heb destijds blijkbaar zo goed opgelet bij dat hoorcollege, dat de gedachte altijd weer voorbij komt als ik zo'n stereotype nachtkastje tegenkom in een zorginstelling.  Ze zien er nog steeds hetzelfde uit: alleen dan in een nieuw jasje. Maar nog steeds heb je die handige uitschuiftafel, die je vaak niet zonder slag of stoot uit kunt klappen, omdat je te snel wilt. En dat moet met beleid. Want de oudere mensen in de zorginstellingen zijn nu eenmaal niet zo snel meer.  Het was mijn levensdoel, mijn missie: werken als verpleegkundige in de zorg. Het liefst mijn hele leven lang. Als mensen zeiden dat het zwaar was, dan werd ik boos. Ik wil dit. Punt. En wat nou 'zwaar'.  Welnu. Met lange en korte onderbrekingen heb ik in de zorg gewer